Over Monster en Ter Heijde

De gemeente Monster is in 2004 opgegaan in de fusiegemeente Westland. De gemeente bestond uit de kernen Monster, Poeldijk en Ter Heijde. Er is een tijd geweest dat ook een gedeelte van Kwintsheul en een gedeelte van Loosduinen bij Monster hoorden.

 

Prehistorie

Het gebied langs de kust werd al zeer vroeg bewoond. Al voordat de Romeinen hier kwamen, woonden er mensen. Rond het begin van onze jaartelling hebben de Romeinen dit gebied veroverd. De plaatselijke bevolking kwam regelmatig met hen in contact om handel te drijven.

 

Bedijkingen

Het gebied achter de duinen was woest en drassig. Het was hooguit geschikt om er te vissen en te jagen. Omdat er geen dijken waren, werd het land bij hoge vloeden regelmatig overstroomd door de zee. Het water verzamelde zich dan in getijkreken en werd bij eb weer afgevoerd. De Gantel en de Boma waren van die getijkreken; zij stonden in open verbinding met de zee. Vanaf de twaalfde eeuw zijn er dijken langs gelegd om te voorkomen dat bij hoge waterstanden het land steeds opnieuw overstroomde. In Monster zijn de Poeldijkseweg en de Madeweg daar voorbeelden van. Later is men de Gantel overdwars gaan afdammen. Zo is onder meer de Zwartendijk ontstaan. In de tijd van de dijkenaanleg is ook het Hoogheemraadschap van Delfland ontstaan.

 

De naam Monster

De naam Monster komen we voor het eerst rond 1150 in de archieven tegen. Ongetwijfeld bestond het dorp al eerder, maar dat valt niet meer met schriftelijke stukken te bewijzen. Waar de naam Monster vandaan komt is niet helemaal zeker. In oude akten komen we ook de namen Masemunster en Monasterium tegen. Monasterium is het Latijnse woord voor klooster. Er heeft in Monster echter nooit een klooster gestaan. Monasterium kan ook parochiekerk betekenen. Een meer waarschijnlijke verklaring is dan ook dat het dorp zijn naam heeft ontleend aan de parochiekerk die al voor 1150 op deze plaats is gesticht.

 

Polanen

Het wapen van de voormalige gemeente Monster bestaat uit drie wassende manen. Dit wapen is afkomstig van het geslacht Van Wassenaar. Een telg uit dit geslacht, Philips van Duivenvoorde, kreeg in 1295 van graaf Floris V het goed Polanen in leen. Zijn nakomelingen gingen zich vervolgens naar deze bezitting Van Polanen noemen. Het slot van de heren Van Polanen heeft gestaan aan de Madeweg. Het was niet een groot kasteel, maar een versterkt huis met muren van wel twee meter dik. Er omheen lag een slotgracht. In 1351 is het huis Polanen verwoest tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. In 1981 zijn de fundamenten van dit slot opgegraven. In de oude slotgracht zijn toen veel voorwerpen uit die tijd gevonden. Er zijn ook grote stenen kogels en pijlpunten van pijlen gevonden die tijdens de belegering van het slot zijn afgeschoten.

De bezittingen van de heren van Polanen kwamen later door huwelijken en vererving in het bezit van de graven van Nassau. De huidige koning is nog steeds heer van Monster en Polanen.

 

Bestuur

Vroeger sprak men niet over de gemeente, maar over het ambacht Monster. Dat werd toen bestuurd door de schout en de schepenen. Ze werden bijgestaan door een aantal welgestelde inwoners. Aanvankelijk vergaderde men in een van de herbergen van Monster. In 1740 is op het Kerkplein een ambachtshuis gebouwd. Daar werd ook recht gesproken. In het begin van de twintigste eeuw is het oude ambachtshuis, dat inmiddels gemeentehuis was gaan heten, afgebroken. Op dezelfde plaats is toen een nieuwe gemeentehuis gebouwd. Dat heeft dienst gedaan tot 1982 en is daarna eveneens afgebroken. Het derde gemeentehuis is verrezen aan de Choorstraat. Het heeft na de vorming van de gemeente Westland nog een tijd dienst gedaan als kantoor van de fusiegemeente.

 

Buitenplaatsen

In de zeventiende en achttiende eeuw stonden er in het Westland heel wat buitenplaatsen. Deze werden gebouwd door rijke families uit de omliggende steden. Die brachten er hun vrije tijd door of gingen er permanent wonen. Ook in het ambacht Monster hebben er verschillende gestaan. De bekendste is de buitenplaats Geerbron. Deze is eind zeventiende eeuw gebouwd door admiraal Anthony Pieterson en stond aan het einde van de Herenstraat in Monster. Achter de buitenplaats lag een prachtige tuin. Deze liep tot aan de voormalige groenteveiling aan de Havenstraat. Admiraal Pieterson ligt begraven in de Nederlands hervormde kerk in Monster. Na hem woonden er verschillende andere families op de buitenplaats. Het langst is de buitenplaats bewoond geweest door de familie Herckenrath. Deze familie liet in 1847 in de Grote Geest bij de Rijnweg een particuliere grafkelder bouwen.

 

Kerken

De Nederlands hervormde kerk is ongetwijfeld het oudste gebouw in Monster. De huidige kerk en de toren zijn in de vijftiende eeuw gebouwd, maar voordien heeft er al een kleinere kerk gestaan. In 1901 heeft er een grote brand gewoed. Om de brand te blussen is ook de brandweer uit de omliggende dorpen en uit Den Haag met paard en wagen uitgerukt. Ondanks alle hulp zijn alleen de muren van de kerk en de toren toen blijven staan en is voor de rest alles uitgebrand. Nog steeds is aan de kerk goed te zien dat de schade groot is geweest.

De andere kerken van Monster en Ter Heijde zijn veel minder oud. De meeste zijn gebouwd in de negentiende en de twintigste eeuw. Alleen de kerk van Ter Heijde is van ouder datum. Er moet ooit een kapel in Ter Heijde hebben gestaan, maar die is al voor 1600 afgebroken. Na de Reformatie gingen de inwoners van Ter Heijde daarom in Monster naar de kerk. In 1667 kreeg Ter Heijde een eigen kerkgebouw. Al in 1720 moest die kerk worden verplaatst, omdat hij door de voortdurende afslag van de kust in zee dreigde te storten.

 

De molen

De korenmolen van Monster heet ‘De vier winden’. Tegenwoordig wordt hij door liefhebbers draaiende gehouden. Op de plaats van de huidige molen heeft al eeuwenlang een molen gestaan. De voorganger van de huidige molen is in 1882 afgebrand. Dat was een houten stellingmolen. De voorganger daarvan is in de Spaanse tijd afgebroken. Dat was om te voorkomen dat de Spanjaarden zich in de molen zouden verschansen.

 

Ter Heijde

Er is een tijd geweest dat Ter Heijde meer inwoners telde dan Monster. Vroeger was het een echt vissersdorp en ook  nu nog trekt de zee. De vis die werd gevangen, werd op het strand verkocht. Ook de vissersboten lagen op het strand. In de duinen stond een vuurtoren of vuurbaak. Het vuur in de toren werd ’s nachts gestookt en diende als baken voor de vissers. Op het Kerkplein van Monster stond de viswaag. Veel vis werd vanuit de haven van Monster verscheept. In 1830 is de laatste vissersboot van het strand van Ter Heijde verdwenen. Nog lang hebben Heijenaren echter gevaren op vissersschepen van Scheveningen, Vlaardingen en Maassluis.

 

Door stormen zijn er in de afgelopen eeuwen voortdurend stukken van de kust afgeslagen. Meestal heeft men de door de zee bedreigde huizen tijdig kunnen afbreken. Die werden verder landinwaarts weer opgebouwd. Zo heeft het dorp zich landinwaarts verplaatst. Om die reden spreekt men wel van het wandelende dorp. Men heeft op allerlei manieren geprobeerd de kustafslag tegen te gaan. Dat is pas echt gelukt nadat in de negentiende eeuw stenen dammen in de zee werden aangelegd.

 

Omdat veel huizen in Ter Heijde vervallen waren, is het grootste deel van het dorp eind jaren twintig van de vorige eeuw afgebroken. Slechts een paar huizen bleven staan. De rest werd door nieuwe vervangen. Ook kreeg het dorp toen waterleiding. Helaas brak niet lang daarna de Tweede Wereldoorlog uit. Op last van de Duitsers werden alle huizen gesloopt en werden de bewoners elders ondergebracht. Alleen de kerk mocht blijven staan. Na de oorlog is het dorp opnieuw opgebouwd.

 

LvdE 2019